Onno 56 jaar, historicus, Geertebolwerk
“Ongeveer 22 jaar woon ik hier nu. Ik had één van de langste inschrijvingen bij huisvesting in Utrecht, dus ik zou de woning krijgen, maar er bleek iemand met een zogeheten nulstatus te zijn, omdat hij niet kon traplopen. Als je een nulstatus hebt hoef je niet te wachten en kom je meteen voor een woning in aanmerking. Maar het rare was dat dit huis dus hele steile trappen heeft en ik begreep maar niet waarom diegene met de nulstatus voorrang kreeg. Dit huis met die steile trappen leek mij voor zo’n persoon niet zo’n goeie keus. Waarschijnlijk zijn ze bij huisvesting ook tot die conclusie gekomen, want uiteindelijk kreeg ik toch het huisje toegewezen.
Ik kende het huis al want dit was in de jaren ’80 gekraakt door een biologiestudent en een rechtenstudent die later advocaat werd van de kraakbeweging. Omdat ik ook gekraakt woonde ben ik een keer bij hem langs geweest voor een rechtszaak over een kraakpand waar ik toen woonde. Dit huis maakte erg veel indruk op me. Het was de bedoeling dat het afgebroken zou worden, maar dat hebben de krakers weten te voorkomen. In ruil voor huurpenningen heeft huisvesting het toen tijdelijk voor ze gerenoveerd en ook gelegaliseerd.
Daarna kwam het in bezit van woningcorporatie Mitros die het blijvend ging verhuren en later aan mij, als zittende huurder, voor behoorlijk wat geld heeft verkocht. Ik heb het niet gekocht om mijzelf te verrijken, maar omdat ik mij hier zo lekker voelde. De woning is door mij weer in de oude staat teruggebracht.
Om hier alleen te wonen is dit een ideaal pandje, omdat je natuurlijk ruimte genoeg hebt en omdat je op zo’n bankje zit voor het huis heb je veel aanloop. Je woont hier rustig. Als single heb je natuurlijk alle mogelijkheden om te socializen, omdat het bruisende stadsleven om de hoek is.
Het grote raam heb ik speciaal laten maken, zodat het helemaal open kan en ik zicht op de singel kan hebben. Het is mooi om alles te zien wat er groeit en bloeit in de lente en dat dan die eerste bloembollen uitkomen. Aan de overkant zie je dan Truus staan. Dat is een ode aan de verzetsstrijdster Truus van Lier. Ik leef heel erg met de seizoenen, omdat het in de zomer best wel donker is door het groene bladerdak en in de herfst heb je enorm veel blad dat hier naar binnen stuift. Ik kan hier blijven stofzuigen.
In de singel heb ik altijd met plezier in mijn kano gevaren, ook naar Amelisweerd. Als de singel doorgetrokken wordt zal het hier wel drukker worden met rondvaartbootjes. Het is prachtig hoe al dat moois van vroeger gerestaureerd wordt. Zolang de minder mooie dingen van toen maar niet terugkomen: de vroegere stadsmuur optrekken om ‘buitenlui’ buiten te sluiten, lijkt me bijvoorbeeld weer geen goed idee.
Het is voor mij hier echt paradijselijk. Het enige is dat als ik die trap niet meer kan lopen ik hier om de hoek wil wonen bij het Bartholomeus Gasthuis. Daarvoor heb ik een mail naar ze gestuurd met de vraag of ik dan daar kan wonen. Ik heb nog geen antwoord gehad, maar dat is hoe ik er over denk. Ik ben een gelukkig man wat dat betreft.”