Rik 50 jaar, Esther 47 jaar, Koen 14, Gijs 11 jaar, Wolvenplein

Rik: “We wonen hier al sinds 1999, dus al ruim 17 jaar. We waren al heel lang op zoek. We woonden in Zuilen en we wilden dichterbij het centrum, want we vonden het vervelend om iedere keer na het uitgaan nog zo’n enorm end terug naar Zuilen te moeten.”

Esther: “We gaan hier nooit meer weg.”

Rik: “Ik vind het heerlijk wonen. Ik heb het idee dat ik in de vrije natuur zit aan het water. Je ziet van alles langsvaren, dat vind ik leuk. Je kunt vissen vanuit je tuin. Je ziet allerlei bijzondere vogels en dieren.”

Esther: “Tegelijkertijd zit je midden in de stad. Je kan gewoon de stad in wandelen.”

Rik: “Hier op het randje van het dek in de tuin hebben we een ijsvogel gezien. Dat is bijzonder. Als de pers er hele artikelen over schrijft over honderden mensen die daar foto’s van gaan maken en wij zien de ijsvogel gewoon aan de singel. Ook spechten vind ik bijzonder en een aalscholver verderop in een boom. En je zit midden in de stad met veel musea. We gaan zo meteen naar het Centraal Museum. Je kunt naar het café of gaan dansen. Je zit midden in de stad. Nou waar vind je dat.”

Esther: “Ik vind die combinatie wel heel uniek. Dat vind ik heel fijn.”

Rik: “Er is wel onzekerheid over wat hier in de oude gevangenis gaat komen, maar we hebben er wel vertrouwen in dat het aansluit bij wat wij willen. Het mag best wat drukker. We vinden het allebei niet zo’n probleem als daar horeca komt. Maar als hier nou een Brothers-achtige disco komt, ja dan kan ik het niet overzien. Dan heb je natuurlijk overal mensen hier ook. Maar ik denk dat het allemaal wel losloopt. Dit is een woonwijk nu en het zou wel heel raar zijn als hier torenflats komen of iets dat niet aansluit bij wat wij ongeveer willen.”

Esther: “Ik ben betrokken bij stadsdorp Wolvenburg. Dus we worden ook wel betrokken bij gesprekken met gemeente en het rijk. We weten wel een beetje wat er speelt. Ik weet niet of je echt invloed kunt uitoefenen, maar je kunt in ieder geval wel laten weten wat je wel en niet wil. Ik heb er wel vertrouwen in dat het niet heel erg raar gaat worden., maar je moet het altijd maar afwachten.”

Rik: “Het zal wel anders worden. D’r is sprake van om een wandelpad hier langs te maken, wat in de singel ligt, zodat je helemaal rond het bolwerk Wolvenburg kunt lopen. Het zal dan wel wat drukker worden.”

Esther: “Het is ook wel weer leuk. Als er dan mensen komen en ze zien ons op ons terras zitten. Je wordt dan wel bespied, maar aan de andere kant als ze dan ook enthousiast reageren: ‘O wat een mooi plekje, wat woon je mooi’, dan ben ik ook al meteen blij. Dan ben ik wel weer trots dat ik hier woon.”

Koen: “Je zit overal dichtbij. Je hoeft geen half uur te fietsen naar de bioscoop of naar de supermarkt.”

Esther: “We huren af en toe een elektrisch bootje. Dat hebben we nu een keer of 10 gedaan sinds ze er zijn. Omdat ik mede geïnvesteerd heb in die bootjes krijg ik zoveel vaaruren per jaar. Dat is wel een leuke activiteit met vrienden en familie. En vissen doen we ook wel.”

Rik: “Af en toe zit er een echte visser en die haalt er soms echt enorme karpers uit. Ik had hem laatst aangesproken en hij zei: ‘Ik heb er hier al 10 gevangen, het is zo’n goed stekje’. Wij halen alleen maar van die kleine visjes er uit.”

Esther: “Wij willen hier nooit meer weg.”

Koen: “Ik denk zelfs dat ik hier later over hopelijk heel veel jaar ga wonen.”

Esther: “Vindt Gijs dat goed?”

Koen: “Nee, maar dat boeit niet.”