Niels, Cecile en Quint, Nijntjepleintje

Cecile: “Wij wonen hier sinds 2006, bijna 12 jaar. Quint is in dit huis geboren.”

Niels: “In mijn studententijd kwam ik hier vaak langs en toen dacht ik al: als hier nou een huis te koop komt dan is ie van mij.”

Cecile: “Specifiek dit stukje. Niels is nog naar het buurhuis gaan kijken toen dat te koop stond, maar het is deze geworden.”

Niels: “Toen wij samenwoonden in Amsterdam zagen we met kerst dit huis te koop staan. Maanden later met Koninginnedag stond het nog steeds te koop. Toen hebben we snel gebeld. Bij de bezichtiging waren we meteen verliefd op het huis.”

Cecile: “Toen we binnen kwamen lopen dachten we: dit is voor ons. Het was als een jas die wij pasten. Qua formaat en stijl en vooral sfeer. Hier binnen was het geschilderd in allerlei kleuren. Het plafond was verschillende tinten blauw en groen. Er moest het nodige aan gebeuren, maar we wisten; hier kun je iets van maken.”

Niels: “Ja precies.”

Cecile: “Die oude sfeer en die dikke muren. Dit huis staat al 500 jaar en staat er over 500 jaar nog. Dat is wel een heel fijn idee.”

Niels: “Als we vaak terugkomen van vakantie dan roepen we even door het huis heen: fijn huis hè! We zouden niet weten waarom we hier weg zouden gaan.”

Cecile: “Quint heeft ook al gezegd dat we het nooit mogen verkopen.”

Quint: “Het is gewoon een heel mooi huis.”

Niels: “Dit pleintje is middenin de stad, maar het is hier hartstikke rustig, een soort hofje. Dat is zo lekker. Er komen helemaal geen auto’s langs, maar er is wel altijd wat te doen. Dat is een hele grappige combi.”

Cecile: “Onlangs hadden we vrienden uit Londen op bezoek. Die vonden het hier zo rustig. Ze sliepen zo goed. Ze zeiden dat ze alleen fietsen hoorden. Dat is bijna romantisch, het geluid van zo’n fiets. Hier in de binnenstad is alles om de hoek. De supermarkt, winkeltjes, je vrienden en het theater. Je woont midden in Nederland, super centraal, dichtbij Schiphol. Deze plek isook zo fijn, omdat het geen homogene groep bewoners is. Er wonen hier mensen met verschillende nationaliteiten en leeftijden, jong en oud. Het houdt het heel levendig.”

Quint: “We hebben een boot. Pas hebben we nog op de gracht geschaatst.”

Cecile: “En jij springt ook graag in de gracht.”

Quint: “O, ja, bij de sluis zwem ik soms, of in het Griftpark. ”

Niels: “Hiervoor ons huis op het pleintje is onze tuin. In de zomer zitten we heel vaak buiten voor de deur, met Nijntje als vaste buur!”