Amiran Djanashvili, 54 jaar (1962) Dick Aerts, 60 jaar (1956) , Atelier Manenburg aan de Wijde Doelen
Dick: “We zijn hier samen in Atelier Manenburg gekomen in 2005. Oorspronkelijk ook nog samen met Peter Hoogerwerf. Dat ging via Sebastiaan d’Hont, zoon van de Utrechtse beeldhouwer Pieter d’Hont. Hij belde mij op en stelde voor dat ik gebruik kon maken van het atelier. Dat is natuurlijk ‘once in a lifetime’. Ik had toen wel een aardig atelier in Gouda, maar het zou natuurlijk prachtig zijn om hier naartoe te gaan met Amiran, die kende ik al en ook Peter. We waren goed bevriend en hadden ook waardering voor elkaars werk, want anders kan het eigenlijk niet samen in een atelier. Ik heb diezelfde avond Amiran en Peter gebeld en het duurde nog geen half uur voordat we alledrie dachten ‘we moeten het maar doen’. ”
Amiran: “Ik kende Dick toen al zo’n 10 jaar en ik werkte in een atelier in een oude school, de Geerteschool. Dick en ik werkten daar ook samen. Dan huurden we modellen in om beelden van te boetseren, dus we wisten dat we hadden al een beetje ervaring met elkaar. We zijn ook samen in Parijs, België en meer plaatsen geweest.”
Dick: “Ja, we gingen af en toe met z’n drieën ritjes maken en samen beeldencollecties bekijken. Eigenlijk hebben we elkaar leren kennen via de bronsgieterij. Vijf jaar lang heb ik voor mijn bronsgieter mallen gemaakt. Gewoon om geld erbij te verdienen. En Amiran kwam daar om zijn werk te laten gieten en ik dacht ‘goh dat is beter dan wat ik normaal gesproken in mijn handen krijg’ en ‘wie is dat’. Zo kwam dat een beetje.”
Amiran: “Tot dat ik Dick had ontmoet had ik ook al werk van hem gezien. Ik wist toen niet dat het zijn werk was.”
Dick: “Een betere plek dan Atelier Manenburg om een beeldhouwwerk te maken is er niet. Deze plek is zo ongelofelijk geschikt. Je hebt goed licht, ruimte, je kunt afstand nemen, dat is ook heel belangrijk.”
Amiran: “En je hebt sfeer. Er staan hier beeldhouwwerken van de bekende Utrechtse beeldhouwer Pieter d’Hont. Ja en afstand nemen om goed te kunnen kijken naar je werk is fijn. Het is een grote ruimte en het licht is echt heel belangrijk. Wat ik hier maak kun je overal plaatsen, buiten of binnen, dat maakt niet uit. Dat komt door het daglicht dat hier mooi binnenvalt.”
Dick: “Je zou kunnen zeggen dat, omdat we hier met daglicht kunnen werken, ons werk het daglicht ook kan verdragen. Je realiseert je ook goed hoe groot het voorrecht is om hier te kunnen werken. Ik woon niet in Utrecht, maar ik moet je zeggen, Amiran woont hier wel. Hij kent de buurt.”
Amiran: “Deze buurt is het enige dat ik ken hier in Utrecht.”
Dick: “Ik kom hier alleen om te werken. Ik woon in Haastrecht. Ik heb het vak wel in Utrecht geleerd van een echte Utrechtse kunstenaar Jan van Luijn. Dat was mijn inspirator. Het is heel natuurlijk voor mij om hier te werken. Deze plek ademt alles uit wat ik nodig heb.”
Amiran: “Ik heb 12,5 jaar hier langs de singel gewandeld met mijn hond. Ik ken alle hondenbezitters die in het park komen. Nu ga ik soms samen met mijn vrouw Maya lopen langs de singel.”
Dick: “Wat natuurlijk prachtig is hier zijn die platanen langs het pad, met die enorme stammen. Weet je wat ook een bijzonder fenomeen is? Dat zoveel mensen hier een wandelingetje maken en hier langs die berg aarde lopen en zich totaal geen idee kunnen vormen van het feit dat er in die berg lui bezig zijn om beelden te maken. Dat vindt toch tegelijkertijd plaats, recreëren en gewoon tien meter verderop onder de grond daar zijn wij bezig. Dat is zo bijzonder van deze plek. We zitten in wezen onder de grond, maar we hebben wel het mooiste licht in Utrecht.”
Dick Aerts heeft een fontein gemaakt op Texel.
Amiran Djanashvili is de maker van het Joods Monument in Utrecht.
Samen hebben ze een lantaarnconsole gemaakt van Willem Alexander